
- Snijd groenten uit je tuin in dunne plakken of kleine stukjes. Bij voorbeeld: courgette, koolrabi, ui, paprika, tomaat, aubergine, broccoli, aardappel, knoflook, wortel en venkel.
- De hardere groenten 5 minuten in water koken en afgieten. Van genoemde groenten kook ik alleen de wortel en de venkel.
- Gooi alle gesneden groenten bij elkaar in een grote ovenschaal.
- Giet er ruim olijfolie over. Strooi peper en zout eroverheen. Voeg eventueel groene kruiden uit je tuin toe. Bij voorbeeld: rozemarijn, tijm, koriander, selderij en peterselie.
- Hussel alles goed door elkaar. Alle groenten en kruiden moeten met de olijfolie in aanraking zijn geweest.
- Zet de ovenschaal in een voorverwarmde oven op 220 graden. Haal na 30 minuten de ovenschaal even uit de oven. Roer de groenten goed door. Proef hoe gaar de groenten zijn en of er nog wat zout of peper bij moet. Zet de ovenschaal snel weer in de oven terug.
- Laat de ovenschaal nog ongeveer 30 minuten in de hete oven staan. Proef weer of de groenten voor jou gaar genoeg zijn. Zo niet, laat de ovenschaal dan in de hete oven staan totdat je de groenten gaar genoeg vindt.
Heerlijk als hoofdgerecht. Je kunt heel veel uit je tuin in het gerecht verwerken.