De KLEINE KAREKIET lijkt op de bosrietzanger. Maar de zang is heel anders. Het mannetje roept vooral zijn eigen naam: karre-karre-kiet-kiet-kiet. Het is een typische rietvogel. Hij zit diep weggedoken in het riet, maar is wel heel nieuwsgierig en komt daarom af en toe naar boven. Het is rusteloos vogeltje, dat onophoudelijk van rietstengel naar rietstengel springt. De kleine karekiet kun je goed horen als je naar het Land van Ooij fietst. Hij broedt namelijk in de rietkragen langs het Meertje. Tussen het Hollands-Duits Gemaal en het pontje bij Persingen zingen nu minstens 20 mannetjes. De kleine karekiet overwintert in tropisch West-Afrika. Hij hoeft niet zo ver te vliegen als de bosrietzanger en is daarom eerder in Nederland terug. Vanaf half april kun je de eerste mannetjes hier horen. Het vrouwtje weeft een nest tussen de rietstengels. Zij legt daarin 4 eieren. En soms komt er – als ze even niet op let - ook een koekoeksei bij. Het nest van de kleine karekiet is namelijk zeer geliefd bij de koekoek. Die bezoekt graag de Ooijpolder, waar veel nesten van kleine karekieten zijn.