Het Land van Ooij krijgt regelmatig bezoek van de GROTE BONTE SPECHT. Vorige week zat een exemplaar verstrikt in het gaas over de aardbeien. Gelukkig kon Lenie hem redden. De grote bonte specht is de meest voorkomende specht van Nederland. Hij is zwart-wit gekleurd, met een rode onderstaart en -buik (broek). Het mannetje heeft ook nog een rode vlek op het achterhoofd. Waar bossen en bomen zijn kun je deze specht tegenkomen. Zijn aanwezigheid valt meestal wel op, want hij houdt van lawaai maken. Hoe harder het mannetje kan roffelen, hoe hij leuker hij het vindt. Dat roffelen doet hij om zijn territorium te verdedigen en om een vrouwtje te lokken. Vrouwtjes roffelen ook wel, maar veel zachter en bijna altijd in duet met een mannetje. Maar ook de roep van de grote bonte specht mag er zijn.
Zoals alle spechten heeft de grote bonte specht een sterke snavel, waarmee hij nestholtes uithakt en insecten (larven) uit de boomschors haalt. Om in de boomschors insecten te zoeken klimt hij van beneden naar boven. Hij tikt daarbij af en toe op de boom om insecten naar buiten te lokken en om te horen waar insecten tunneltjes hebben gegraven. Om bij de larven van torren te komen, hakt hij soms wel een gat van 10 cm diep. En sommige spechten zijn ook niet te beroerd om nestkasten open te hakken om bij de eieren of jongen van een andere vogel te komen. Zijn tenen zijn zo gevormd dat hij heel gemakkelijk verticaal kan klimmen en aan de boom hangend flink kan hakken. Zijn staart gebruikt hij daarbij als steuntje. Het mannetje hakt elke winter een nieuwe nestholte uit, maar als er geen geschikte bomen zijn gebruiken ze een bestaande nestholte. De grote bonte specht is hier het hele jaar aanwezig. in Nederland komen ook de middelste bonte specht en de kleine bonte specht voor. Deze zijn echter veel minder algemeen.